De heer Wouda heeft een indrukwekkende staat van dienst als vrijwilliger bij verschillende stichtingen in…
Structureel meer geld nodig voor Oosterdel
Er is structureel meer geld nodig om het Oosterdelgebied in stand te houden. Dat stelt Catharinus Jelsma, de nieuwe voorzitter van de Stichting Veldzorg. Hij benadrukt dat het landschapsreservaat en Museum BroekerVeiling onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Alkmaarsche Courant 8 febr. Roel van Leeuwen. Foto Erna Faust
INTERVIEW Nieuwe voorzitter Veldzorg wil banden met museum versterken
Waar 2022 een belangrijk jaar was voor Museum BroekerVeiling, omdat het zich verzekerde van financiële steun van de gemeente, moet 2023 een belangrijk jaar worden voor het Oosterdelgebied. En dus ook voor Veldzorg dat het gebied beheert en onderhoudt voor eigenaar Staatsbosbeheer, zo geeft Jelsma aan in de ooit door koningin Máxìma geopende kantine met uitzicht op de eilandjes.
,,In samenwerking met de gemeente Dijk en Waard, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Staatsbosbeheer en Museum BroekerVeiling wordt – met behulp van een gespecialiseerd adviesbureau – een realistische visie ontwikkeld voor een toekomstbestendig Oosterdel.’’
Dit plan moet onder meer duidelijk maken hoe 12.000 strekkende meter aan walkanten kan worden hersteld. De walkanten zijn immers aangetast door rivierkreeften, woelratten en langsvarende bootjes.
Verschrikkelijk mooi
De geboren Fries, die studeerde aan de Universiteit van Wageningen en zich specialiseerde in geohydrologie en bodemsanering, volgde onlangs Gerrit Arkesteijn op als voorzitter van Veldzorg. ,,Ik woon al 32 jaar in Broek op Langedijk tegen het Oosterdel aan. Ik ben al jaren adoptant (bedrijven en particulieren kunnen eilandjes adopteren, red.) en vaar graag door het gebied. Het is zo verschrikkelijk mooi om hier te varen.’’
Tijdens zijn loopbaan had Jelsma leidinggevende functies bij verschillende bedrijven. Enkele jaren geleden ging hij vervroegd met pensioen. ,,Eigenlijk ben ik te vroeg gestopt met werken. Een paar jaar geleden had ik het gevoel dat ik echt wat moest gaan doen en toen ben ik begonnen als vrijwilliger bij Veldzorg.’’ Hij trad ook toe tot de Raad van Advies.
,,Een jaar lang werkte ik drie keer per week in het gebied om alles te doen wat nodig is om het te beheren. Ik heb geholpen met maaien, heb op de trekker gezeten, gefreesd. En toen we in 2021 geld kregen voor een proef voor het versterken van de walkanten met wiepen (wilgentenen, red.), ben ik daar ook actief mee geweest. Als je in het gebied aan het werk bent, hoor je wat er leeft.’’
Hoewel er de nodige uitdagingen voor Veldzorg zijn, is hij vol lof over wat er onder leiding van zijn voorganger is bereikt. ,,De laatste twee jaar zijn er veel meer vrijwilligers gekomen en dat is mede te danken aan de erg actieve vrijwilligerscoördinator die inmiddels gestopt is. We kunnen nu weer drie ochtenden in de week met vrijwilligers aan de slag. Dan hebben we er zes tot acht en soms wel tien op een ochtend en dan kun je ook echt wat doen. Ik denk dat we nu zo’n veertig vrijwilligers hebben die echt de handen uit de mouwen steken. En we krijgen ook regelmatig hulp via de stichting Doesgoed. Vorig jaar kwamen er bijvoorbeeld medewerkers van de Rabobank die de hele ochtend rabarberplanten hebben gewied.’’
De afgelopen jaren heeft het bestuur ook ingezet op het tegengaan van verrommeling en het juiste gebruik van de akkers die worden verhuurd. ,,We zijn wat strenger geworden en het contract met enkele huurders is opgezegd. Eén van de verplichtingen is dat huurders minimaal 25 procent van hun akker gebruiken voor de teelt van groenten.’’
Meer machines
De begroting van Veldzorg is een zorgpunt. Dit jaar bedraagt deze 94.000 euro. Maar de financiële middelen om groot onderhoud te plegen, ontbreken. ,,Een kwart van dit bedrag krijgen we van Staatsbosbeheer en verder krijgen we 34.000 euro via adoptanten en komt er 35.000 euro binnen via de verhuur van akkers, vergaderruimtes en de werkruimte/kantine van onze samenwerkingspartner Zorgtuinderij Oosterheem. We doen geen gekke dingen met het geld. Maar als we meer vrijwilligers krijgen, hebben we ook meer machines nodig.’’
Een rapport van het organisatieadviesbureau Berenschot was vorig jaar doorslaggevend voor de steun van de gemeenteraad aan Museum BroekerVeiling. Volgens Berenschot had de redding van het museum echter niet veel zin als het Oosterdelgebied verder in het water zakt. ,,Dat er eenmalig geld komt als de visie voor een toekomstbestendig Oosterdel gereed is, daar heb ik ook wel vertrouwen in’’, zegt Jelsma.
Hij dringt echter ook aan op structurele financiële steun, ook al omdat het Oosterdelgebied deel uitmaakt van de Kanaalparkzone waarvoor de gemeente allerlei plannen heeft. ,,We hebben nu veel vrijwilligers, maar het gaat wel om mensen van een bepaalde generatie die vaak uit tuindersfamilies komen. Dat wordt steeds minder. Als we minder vrijwilligers hebben, zullen we eerder loonbedrijven moeten inhuren. Met 40.000 euro per jaar extra kunnen we veel meer doen.’’ Jelsma verwacht overigens niet dat de visie voor het Kanaalpark een bedreiging is voor het Oosterdel. Wel ziet hij kansen voor het verlengen van het wandelpad rondom het gebied.
Veldzorg wil de band met het museum versterken. Dit jaar zullen vrijwilligers een begin maken met het zelf telen van groenten op uiteindelijk zes eilanden die langs de vaarroute van de rondvaartboten van het museum liggen. ,,De mensen kunnen dan zien wat er geteeld wordt en dan maak je het veel leuker.’’ Ook wil hij samen met het museum proberen om af en toe fundraising evenementjes in het Oosterdelgebied te organiseren, eventueel met hulp van servicieclubs, zoals Rotary of Lions Club.
Volgens Jelsma is het verder de bedoeling dat nauwer wordt samengewerkt met Zorgtuinderij Oosterheem die nu tien eilandjes in gebruik heeft. ,,Zij hebben de best onderhouden eilanden en telen allemaal mooie gewassen.’’ Het is de bedoeling dat de medewerkers van Oosterheem – als daar tijd voor is – ook bijspringen op de andere eilanden.
Tevens wil Jelsma een oplossing vinden voor de hoge huisvestingskosten. Het gebouw van Veldzorg telt immers veel ruimtes die niet optimaal worden gebruikt en de energiekosten zijn hoog. ,,We verhuren onze ruimtes regelmatig, maar dat levert nog niet op wat het kost, bovendien willen wij ons vooral bezig houden met het beheer van het Oosterdel.’’ Hij wil dan ook samen met het bestuur kijken of er een andere invulling kan worden gevonden voor het deel van het gebouw.
Walkanten
Veldzorg verhuurt circa honderd akkers, voornamelijk aan particulieren. En zo’n honderddertig akkers – met name aan de buitenrand van het gebied – worden door de vrijwilligers onderhouden. Deze hebben veelal een natuurfunctie. In de loop van het jaar moet duidelijk worden of en hoe de walkanten (ongeveer 12.000 strekkende meter) worden verstevigd en hoe de waterkwaliteit het beste kan worden verbeterd. De onderzoekers zullen ook kijken naar het effect van het verstevigen van walkanten met wiepen. Jelsma: ,,Op hele stukken kun je zien dat die wiepen ervoor hebben gezorgd dat de walkant beter blijft staan. Het is dus niet zinloos geweest, maar of we dit bij de overige walkanten gaan toepassen, daarover kan ik nog niets zeggen.’’
Dit bericht heeft 0 reacties